Het overgeleverde handschrift
De tekst van het OLB geeft zelf aan dat het herhaaldelijk is overgeschreven, voor de laatste keer in het jaar 1256. Aan het geheel gaat dus, althans zo is de suggestie, een lange teksttraditie vooraf.
Onderzoek van het papier
Naast de eigen opgave van ontstaan, dus vanuit de tekst van het OLB zelf, kan men nagaan in hoeverre het handschrift zoals het overgeleverd is aanwijzingen geeft over het ontstaan. Al snel werd er onderzoek verricht naar het papier, met als conclusie dat het gaat om machinaal vervaardigd papier, waarschijnlijk uit een fabriek bij Maastricht uit de jaren 1850: klik hier voor de
rapportage van dit onderzoek. Het papier is kunstmatig en achteraf bruin gemaakt om het ouder te laten lijken: waar het gescheurd is ziet men het veel lichtere binnenste van het papier.
Nu kunnen zulke feiten gemakkelijk weggeschoven worden: bijvoorbeeld, het overgeleverde OLB is een recent afschrift van een veel ouder origineel dat verloren is gegaan, of voorafgaand aan de openbaarmaking was er een vete binnen de familie Over de Linden, waarbij een rivaliserende factie gebruik maakte van een listig bewerkte kopie. Maar dan nog resteert het ontnuchterende feit van de meegeleverde sleutel ter ontcijfering van het “runschrift”.
In 1938 droeg de familie Over de Linden het originele manuscript over aan de toenmalige Provinsjale Biblioteek fan Fryslân,
onder sterk beperkende voorwaarden. Naast het originele manuscript van het OLB bezit Tresoar een verzameling van geschriften, zowel drukwerk als archivalia, over het OLB en over de receptie ervan. Een
bibliografie van geschriften over het OLB van de hand van J.J. Kalma verscheen in 1956, waarop in 1989 een
supplement volgde (door N. Luitse).