Het OLB bevat twee verhalen, die door er elkaar heen lopen. Het eerste verhaal is de geschiedenis van een familie. Cornelis over de Linden had het “oude handschrift” gevonden zogenaamd in de eigen familiepapieren. De naam “oera Linda” was een vroegere naam voor Over de Linden. Deze familie zouden de priesters van toen geweest zijn: van vader op zoon was dit hoge ambt overgedragen, samen met het handschrift. En ene Hiddo oera Linda had het verhaal in het jaar 1256 na Christus op papier overgeschreven. Zo was het handschrift toen familiebezit geworden.
Het tweede verhaal is veel belangrijker. Het OLB geeft ook een geschiedenis van de wereld. Het verhaal gaat over alles en over alle tijden. Daarom is het verhaal ook erg verwarrend en ingewikkeld. Je kunt het niet goed samenvatten.
Je kunt lezen over een oergod Wralda die drie oermoeders voor alle mensenrassen schiep. Er is een stuk dat gaat over Atlantis, het verdronken land in de Atlantische Oceaan (maar dat nooit werkelijk bestaan heeft). De kinderen van oermoeder Frya vluchtten vanaf Atlantis naar het huidige Friesland.
J.G. Ottema was helemaal verrukt van deze wereldgeschiedenis: de Friezen waren een oeroud volk, met een beschaving veel ouder dan de oude Romeinen en Grieken! Juist in de tijd van het ontdekken van het OLB en van Ottema waren alle Europese landen op zoek naar hun oudste geschiedenis. Men zocht naar het nationale gevoel in het verleden. Plotseling hadden de Friezen een geschiedenis die veel verder terugging dan die van alle andere volken in Europa!