Oeralindaboek

„THET OERA LINDA BOK"

(deze tekst is ook te downloaden als PDF-bestand)

Bibliografie van gedrukte stukken en overzicht van de verzameling brieven, handschriften, portretten enz., aanwezig op de Provinciale Bibliotheek van Friesland en bij het Fries Genootschap van Geschied-, Oudheiden Taalkunde te Leeuwarden,

samengesteld door J.J. KALMA

Uitgegeven door de Provinciale Bibliotheek van Friesland Leeuwarden 1956

Woord vooraf.

H is het handschrift van Adela's boek,
't Kuiken, dat is er, maar zoek is de kloek.
Oudejaarsavond ABC van de "Nederl. Spectator 1871".

Het pas verschenen Repertorium "Frieslands verleden" heeft verschillende bezwaren. Niet alleen, dat geen boeken zijn opgenomen, maar ook practisch geen artikelen uit dagbladen. Dat de eerste hun belang hebben behoeft niet te worden aangetoond. Ook de dagbladartikelen hebben echter waarde. Mr P.C. J. A. Boeles schreef in een opstel over de Oera Linda Boek-kwestie: "De als bewijsmateriaal in aanmerking komende feiten moet men uit allerlei geschriften, tot ingezonden stukken toe, verschenen in lokale bladen, bijeen zoeken…" Het spreekt overigens vanzelf, dat in een algemene bibliografie de onderdelen niet volledig tot hun recht komen. Vandaar dat daarnaast speciale bibliografieën, waarbij ook het handschriftelijk materiaal zijn plaats kan krijgen, nodig blijven. Zo kwam het tot deze eerste poging tot aanvulling. Dat hierbij "Thet Oera-Linda-Bôk" gekozen werd hoeft niet te verwonderen. Het laatste woord, speciaal over de kwestie van het auteurschap, is nog niet gezegd en – wij geven weer het woord aan mr Boeles – "hoe weinigen hebbende O.L.B. litteratuur bij de hand en de tijd om daaruit de gegevens bijeen te zoeken en naar tijdsorde te sorteren. Toch komen eerst in dit verband de dingen tot hun recht". Tot nog toe ontbreekt een chronologisch ingerichte bibliografie, die tenminste enige aanspraak op volledigheid kan maken, Wij meenden dus, dat onze lijsten A-C, die een overzicht geven van de collectie, aanwezig op de Prov. bibliotheek van Friesland, een bruikbaar hulpmiddel konden zijn. De wenselijkheid een overzicht te geven van de inhoud van het zg. "Kistje van Winkler" (lijst D) is reeds een en andermaal uitgesproken, vandaar dat dit hier geboden wordt. Het handschrift en alles wat er om heen geschreven is, blijft boeien. Sommigen mogen zich dan met Joh. Winkler geërgerd afwenden en spreken van "dat sleaue boek", anderen zullen zich graag blijven verlustigen in deze "goed geslaagde grap" (dr. F.C. Dominicus). Er zullen er voorlopig genoeg blijven, die de woorden van dr. G.A. Wumkes onderschrijven: "Ien fan de wichtichste dokuminten fan de hiele Fryske skriftkennisse út de 19de ieu" … "in Fryske frijheits mythe" of die zich de uitspraak van de oude C.O. v.d. Linden herinneren: "Sommigen zeggen het is een bijbel." Maar ook zal dit handschrift worden genoemd, als de waarschuwing van dr. J. Bolhuis van Zeeburgh wordt overgenomen: “Bij de Friezen was en is ingenomenheid met hun volksstam veel sterker dan bij de Hollanders. Men gelooft in Friesland zoo gaarne aan al het roemrijke, dat van de vaderen wordt verhaald”. Een bibliograaf doet echter zelf geen keus. Hij noteert, om anderen te helpen bij het vormen van hun mening. De collectie van de Prov. Bibliotheek (gedrukte stukken, brieven, handschriften enz.), die hier beschreven wordt is zeer rijk, maar wij weten wel zeker, nog niet volledig. Moge deze uitgave anderen aansporen hun collecties te raadplegen en het ontbrekende te melden. Het spreekt wel vanzelf, dat de bibliotheek zeer gaarne de ontbrekende stukken in ontvangst zal nemen.

J.J.K.

Ten geleide

Sedert de ‘verschijning’ van het handschrift “Thet Oera Linda Bôk” in 1867 heeft de Provinciale Bibliotheek van Friesland er naar gestreefd een zo volledig mogelijke verzameling gedrukte stukken, brieven, foto’s etc., betrekking hebbende op dit handschrift, bijeen te brengen. Zij ontving fraaie, soms omvangrijke geschenken, o.a. uit het bezit van dr. J.G. Ottema en van de familie Over de Linden. Een zeer bijzondere aanwinst was uiteraard het handschrift zelf, dat wij in 1938 van de heer C. Over de Linden in Amsterdam ten geschenke ontvingen. Aan de plannen om van deze Oera-Linda-Boek collectie een catalogus in boekvorm samen te stellen heeft het in het verleden niet ontbroken. Wij hebben de uitvoering ervan thans te danken aan het enthousiasme van de bibliograaf en historicus ds. J.J. Kalma te Lekkum, door wiens werk de literatuur over dit curieuze handschrift voor belangstellenden thans beter toegankelijk is gemaakt. Zijn werk heeft aan waarde gewonnen, omdat hij, zoals de titel aangeeft, ook die stukken die eigendom zijn van het Fries Genootschap voor geschied-, oudheid- en taalkunde, en die zich in de bibliotheek van het Fries Museum bevinden, heeft beschreven. Ik maak gaarne van de gelegenheid gebruik, hem voor zijn arbeid, geheel belangeloos verricht ten bate van het onderzoek in deze onopgeloste kwestie, hartelijk te bedanken.

S. Douma
Bibliothecaris der Prov. Bibliotheek van Friesland